pagina nostalgie

Uw persoonlijke herinneringen 1961.

Jef VAN DESSEL

Mijn legerdienst in het 5 Linie.

Straks is het 60 jaar geleden dat ik mijn legerdienst heb mogen doen.
Dat was het jaar 1961 en dat zal ik ik nooit vergeten. Een mooi jaar waarin ik zelfstandig ben gewor-den en veel levenswijsheid heb opgedaan.
Ik had op het klein kasteeltje de para-commando’s aangevraagd maar door mijn kleurenblindheid werd ik afgekeurd, een sportbataljon zou ook aan mijn verwachtingen voldoen.
Na vele jaren op het st. Jozef-college in Turnhout moest ik terug naar Turnhout om mijn legeroplei-ding te beginnen, vermits ik ondertussen een brevet als jeugdleider had gehaald werd ik als kamer-overste gebombardeerd. De opleiding als infanterist gebeurde zonder incidenten en in onze kamer werkte iedereen mee met respect voor elkaar. Tot daar Turnhout.
Na een nachtrit met de, in die tijd beruchte, DVT komen we in de ochtend aan in Soest waar de leger-camions ons opwachtten om ons naar de kazerne te brengen. Daar werden wij ingedeeld in de 2e Cie., ik ook als kameroverste. Na een paar dagen moest ik bij de commandant komen, hij zei dat ik tekort kwam aan mijn militaire verplichtingen omdat ik geen KROO was geworden, ik antwoorde dat ik kleurenblind was en ik daarom niet in aanmerking kwam, hij opende mijn dossier, krapte iets uit en zei “nu ben je niet meer kleurenblind, je verhuist naar de overkant naar de opleiding KROO.
En zo kwam ik in de opleiding KROO terecht bij een groep van, ik denk, 12 personen die werden begeleid en opgeleid door onder LT Joyce (ik hoop dat de naam juist geschreven is) en sergeant Van Hooreweghe. Twee mensen die er alles aan deden om ons zo goed mogelijk voor te bereiden, kei-hard maar ook rechtvaardig. Na ons afzwaaien hebben we verhalen gehoord van onze LT; maar ik-zelf, heb daar niets van ondervonden. Hij was altijd begaan met onze opleiding!
Na een maand in Soest werden wij korporaal, nu brak de tijd aan van de examens, bewapening: grondige kennis van de FAL, VIGNERON, FALO. Radioprocedure en code. Kaartlezen, met hoog-temarkering, nachtelijke praktijk met kaart en kompas. Bescherming NBC (nucleaire, biologische en chemische oorlogsvoering). Tactiek, formaties, stellingen innemen, veldwerken, bivak organiseren. En nog veel andere militaire vakken.
Een majoor nam het praktische examen af op het terrein. Als kandidaat sectiecommandant met een sectie naar Büecke en daar het bevel nemen om in formatie doorheen wisselend terrein te vorderen. Dezelfde majoor nam ook het praktijkexamen van kaartlezen af.

Op een paar mannen na slaagden wij in de proeven en werden wij sergeant benoemd. Dat moest tra-ditiegetrouw gevierd worden in de bar onderofficieren. De morgen erna werd ik wakker met een mysterie dat nooit werd opgelost.
Wij werden ingedeeld in de verschillende compagnies. Ik werd gedropt in de 1Cie. De Cie Comd was Cdt Lefebure, onze CSM 1Sgt maj. Van Steene (fonetisch). Cdt Lefebure heeft mij eenmaal kwartierarrest gegeven omdat ik zelf mijn kamer was aan ’t kuisen. Hij inspecteerde zelf het gebouw, dat moest altijd tip top in orde zijn, voor onze CSM ook.

Na een paar maanden kwamen er mannen terug uit Ruanda-Burundi. De 2 Cie, met de tweede Mars-compagnie. Die hadden wel straffe verhalen over de brousse maar ik betwijfel dat wel een beetje. Uiteindelijk waren ze na een week terug aangepast aan het kazerneleven.
Ik heb nooit een milicien op de boek gegooid. Cdt Lefebure stond erop dat de sergeanten met weekdienst lichte straffen moch-ten toepassen in de Cie, zoals karweien om gebruikte lokalen en plaatsen netjes op te kuisen of te bor-stelen. Dat soort extra karweien was wel eens nodig.

Ik was mogelijk de enigste sergeant die ooit misdienaar was. Heb er nooit opmerkingen over gehoord. Tijdens mijn periode was er een beroepssergeant toegekomen in onze Cie, sergeant Omer De Man. Hij kwam pas van de Infanterieschool en wij kwamen goed overeen.
Twee jaar na mijn afzwaai, in 1963 ben ik gehuwd. Mijn huwelijksreis liep langs Soest. Natuurlijk met een bezoek aan de kazerne en aan sergeant Omer. Toevallig komt de RSM Adj Dolphen opdagen en die nodigde ons uit in de mess onderofficieren. Geloof het of niet dat was de eerste maal van heel mij verblijf in het 5 Linie dat ik bouletten heb gegeten. En die smaakten voortreffelijk. Omer had pas een nieuwe auto gekocht, een Simca 1000, in die tijd een gegeerd wagentje, we hebben daar nog een toertje mee gedaan in de omgeving.
Het gebeurde regelmatig wanneer we met weekdienst waren, dat we ons eetmaal in de mess onderof-ficieren afbelden en we in de soldatenrefter gingen eten, zo goed verzorgd was dat eten daar ! We moesten toch een melding maken in het dagelijks verslag over de troepenkeuken. Die adjudant kok werd op de handen gedragen. Zijn naam zijn naam mij ontgaan (Adjudant K. Claes). Niet dat het eten in de mess slecht was, zeker niet. Regelmatig kregen we als dessert pannenkoekjes. Ik had een overeenkomst gemaakt met één van de opdieners en die maakte dat als ik terug op mijn kamer kwam een bord met pannenkoeken klaar stond !
In volle zomer brak er polio uit en werden we ‘s morgens met camions naar de Möhnesee gereden om daar heel de dag te rusten. Op doktersbevel.
Als sergeant nam ik ook wachten over van beroeps, die waren liever bij hun gezin, dat maakte dat ik de volgende dag vrij van dienst was. Zo ook met de plantondienst. Alle soldaten die ’s avonds uitgin-gen in Soest moesten onberispelijk gekleed zijn. Gordel gevercoteerd. De koperen stukken geblon-ken, schoenen netjes geblonken, geschoren en uniform naar voorschrift gekleed. Als onderofficier planton waren we streng op die controle!
Onze RSM adjudant Dolphen was veel in de nabijheid als we op het ereplein oefenden waren en hij moedigde de soldaten altijd aan. Een super goede RSM.

Met de komst van nieuwe soldaten werd er gevraagd wie er rookte, wij (sergeanten KROO) zorgden er voor dat iedereen rookte ! Maar diegenen die niet rookten verkochten (een groot woord) hun voor-raad aan de KROO die het rantsoen aan de omwonende Duitsers versjacherde. Stuyvesant was het meest geliefde merk.
Tussendoor hebben wij nog trainingskampen gaan doen in Sennelager,( Paderborn) en in’t putteke winter ergens in Virton. Daar geraakten zelfs onze half-tracks niet boven wegens de sneeuw en de meeste oefeningen werden wegens het gevaar afgelast. Het eten in Virton was abominabel. Dat waren wij niet gewoon in ons 5 Linie.
Het bataljonsfeest was een hoogtepunt in het kazerneleven. Twee weken vooraf elk dag oefenen om de perfectie met hele bataljon, 600 man, te bereiken, en dat lukte aardig. Vraag het aan het publiek.
Naar mijn gevoel was het een voorrecht om sergeant te zijn in de 1e Cie. Iedereen deed zijn duit in het zakje, iedereen deed zijn best.
Jaren nadien moest ik een wederoproeping gaan doen in Leopoldsburg, maar mijn taak werd opge-trokken naar verantwoordelijke van het vervoer in de haven van Antwerpen. Als training voor oor-logstijd. Logement was toen voorzien Luchtbal, op 4 km van huis. Heerlijke tijd. Door mijn wederop-roepingen heb ik nog een paar maal promotie gekregen en bij het bereiken van mijn anciënniteit moest ik tenslotte al mijn legeruitrusting ‘binnenleveren’.
Mijn militaire dienst was een tijd om nooit te vergeten. Daar werden jongeren pas zelfstandig. Er ont-stond een natuurlijke samenwerking, kameraadschap en solidariteit.
Spijtig genoeg is die vriendschap met de jaren teloor gegaan. Het huwelijk, kinderen opvoeden, huis-je bouwen, enzovoorts. Nu heb ik 7 kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Zo verloopt het men-sen leven ....
In 1988) heb ik een CVA ondergaan, resultaat rechtszijdig verlamd, 5 jaar elke dag revalideren, kine, logo en ergo. Opnieuw leren spreken en kan ik aardig mijn plan trekken met mijn verlamming. Ik heb opnieuw leren (aangepast) autorijden bij Cara. Al 23 jaar breng ik elke winter door in Spanje.
Eigenlijk heb ik tot hiertoe een fantastisch leven gehad en ik kijk uit naar de toekomst. Ik verwacht nog reacties op mijn nostalgie-rapport.
Was u in 1960 in het 5 Linie, dan nodig ik u uit om mij te contacteren: liefst per mail naar : jefvandessel@hotmail.com

VERSAGEN NIET VERSLAGEN NOOIT !

Top